calamiteitenteam

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ca·la·mi·tei·ten·team
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord calamiteitenteam calamiteitenteams
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het calamiteitenteamo

  1. ploeg mensen die optreedt bij noodsituaties
     Hij legt uit hoe de zoektocht verloopt naar het Urker schip, dat onder Belgische vlag vaart. "We hebben hier een calamiteitenteam, met vertegenwoordigers van de visserijsector, de gemeente en reddingsmaatschappijen. Toen we woensdagmiddag hoorden dat er iets mis was, kwamen we meteen bij elkaar."[2]
     "De reguliere vergadering van de Raad van Bestuur met de Raad van Toezicht op 31 mei 2011 wordt onderbroken, omdat de NOS bij het ziekenhuis informeert naar de Klebsiella uitbraak en aankondigt diezelfde avond hierover een item uit te zenden. De RvB informeert de RvT. Het crisisteam schaalt op naar het calamiteitenteam. De directeur Beheer meldt de uitbraak bij de Inspectie."[3]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. calamiteitenteam op website: Etymologiebank.nl
  2. Bronlink geraadpleegd op 17 november 2022 Weblink bron “'Veel Urker families hebben zoiets meegemaakt'” (Vrijdag 30 januari 2015, 12:54), NOS
  3. Bronlink geraadpleegd op 17 november 2022 Weblink bron
    Rinke van den Brink
    “Maasstad: wat ging er mis?” (Donderdag 29 maart 2012, 10:30), NOS