caféterras

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ca·fé·ter·ras
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord caféterras caféterrassen
verkleinwoord caféterrasje caféterrasjes

Zelfstandig naamwoord

caféterras

  1. plaats in de buitenlucht waar gasten van een horecagelegenheid een drankje kunnen gebruiken
     De broers maakten deel uit van een groep van zeven Nederlandse toeristen die op een caféterras in het centrum van Praag een ober in elkaar sloegen. Het slachtoffer hield ernstige verwondingen over aan de mishandeling, waaronder een gebroken kaak en een gebroken oogkas. Hij lag drie weken in het ziekenhuis en eist een schadevergoeding.[1]
     In de historische binnenstad van het Duitse Munster is de bestuurder van een bestelbusje op een groep mensen op een caféterras ingereden. Daarbij zijn twee doden gevallen. Twintig mensen raakten gewond, van wie zes zwaargewond. Een onbekend aantal verkeert in levensgevaar. Onder de gewonden is ook een Nederlandse vrouw; zij is met lichte verwondingen naar het ziekenhuis gebracht.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 25 maart 2023 Weblink bron “Nederlandse broers 'schamen zich' voor mishandeling Praagse ober” (Maandag 15 april 2019, 09:35), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 25 maart 2023 Weblink bron “'Man die op terras Munster inreed, had psychische problemen'” (Zaterdag 7 april 2018, 16:41), NOS