cachetteerden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ca·chet·teer·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
cachetteren |
cachetteerden
- meervoud verleden tijd van cachetteren
- Wij cachetteerden.
- Jullie cachetteerden.
- Zij cachetteerden.
- Wij cachetteerden.
vervoeging van |
---|
cachetteren |
cachetteerden