bygningerne

Uit WikiWoordenboek

Deens

Uitspraak
Woordafbreking
  • byg·nin·ger·ne
Woordherkomst en -opbouw
  • Deense zelfstandignaamwoordsvorm met het achtervoegsel -ning en met de woorduitgang -erne
Naar frequentie 14276

Zelfstandig naamwoord

bygningerne

  1. nominatief bepaald gemeenschappelijk geslacht meervoud van bygning