bygge opp

Noors

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: /ˈbygə ɔp/

Woordafbreking

• byg·ge opp

Woordherkomst en -opbouw

• Samenstelling van bygge en opp.

vervoeging
onbepaalde wijs	bygge opp	bygge opp
tegenwoordige tijd	bygger opp	bygger opp
verleden tijd	bygget opp bygga opp	bygde opp
voltooid deelwoord	bygget opp bygga opp	bygd opp
onvoltooid deelwoord	byggende opp	byggende opp
lijdende vorm	bygges opp	bygges opp
gebiedende wijs	bygg opp	bygg opp
vervoegingsklasse	Klasse 1 zwak	Klasse 2 zwak
opmerking	optioneel	optioneel

Frase

bygge opp

1. overgankelijk opbouwen (geleidelijk maken)
2. overgankelijk, (figuurlijk) opzetten (laten ontstaan of neerzetten)

   «Sykehusene må bygge opp kapasiteten til å gjennomføre operasjonene.»

   De ziekenhuizen moeten de capaciteit opbouwen om de operaties uit te voeren.

Synoniemen

• [1]: føre opp
• [1]: reise
• [1]: sette sammen etter et visst mønster
• [2]: organisere

Afgeleide begrippen

• [2]: bygge seg opp

Nynorsk

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: /ˈbygə ɔp/

Woordafbreking

• byg·ge opp

Woordherkomst en -opbouw

• Samenstelling van bygge en opp.

vervoeging
onbepaalde wijs	bygge opp bygga opp
tegenwoordige tijd	bygger opp
verleden tijd	bygde opp
voltooid deelwoord	bygd opp bygt opp
onvoltooid deelwoord	byggande opp
lijdende vorm	byggast opp
gebiedende wijs	bygg opp
vervoegingsklasse	Klasse 3 zwak
opmerking

Frase

bygge opp

1. overgankelijk opbouwen (geleidelijk maken)
2. overgankelijk, (figuurlijk) opzetten (laten ontstaan of neerzetten)

Schrijfwijzen

• [1-2]: bygga opp
• [1-2]: byggja opp
• [1-2]: byggje opp

Synoniemen

• [1]: føre opp
• [1]: reise
• [1]: setje saman etter eit visst mønster
• [2]: organisere

Afgeleide begrippen

• [2]: bygge seg opp