buurtsportactiviteit
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- buurt·sport·ac·ti·vi·teit
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van buurt zn en sportactiviteit zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | buurtsportactiviteit | buurtsportactiviteiten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de buurtsportactiviteit v
- (sport) georganiseerde lichaamsbeweging op wijkniveau
- ▸ Naast het hoger vermelde cultuurprogramma zal het stadsbestuur nog andere kleinschalige activiteiten op touw zetten, zoals stadswandelingen, bezoeken aan historische monumenten, kleine picknicks en buurtsportactiviteiten.[1]
Gangbaarheid
- Het woord buurtsportactiviteit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Leuven plant deze zomer 120-tal kleinschalige activiteiten” (22/05/2020), De Standaard