buurtschool

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • buurt·school
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord buurtschool buurtscholen
verkleinwoord buurtschooltje buurtschooltjes

Zelfstandig naamwoord

de buurtschoolv / m

  1. (onderwijs) basisschool voor kinderen die in de nabijheid van die school wonen
     Vanuit mijn verantwoordelijkheid zal ik er alles aan doen om dat mogelijk te maken. Enerzijds met extra geld om leraren op te leiden en hun kennis te vergroten, anderzijds met hulp, advies en kennisoverdracht. Want waarom zou een school opnieuw het wiel uitvinden dat zijn buurtschool al lang heeft ontdekt? Daar helpen we scholen bij.[2]
     In Nederland zijn tot dusver nog geen beelden verwijderd, maar de Amsterdamse J.P. Coenschool veranderde twee jaar geleden wel van naam. Die heet nu Indische Buurtschool. Jammer, vindt Emmer. "Nu discussiëren we niet langer over deze landvoogd. Waarom niet de naam behouden en de leerlingen van groep 3 uitleggen wie Coen was? Kortom: wis het verleden niet uit, maar leg het uit."[3]
Synoniemen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 6 maart 2023 Weblink bron
    staatssecretaris Dekker van Onderwijs.
    “De reactie van staatssecretaris Dekker van Onderwijs” (Maandag 25 november 2013, 21:01), NOS
  3. Bronlink geraadpleegd op 6 maart 2023 Weblink bron
    Maartje Geels
    “Discussie over standbeelden: 'Ze zijn neergezet met een ideologisch doel'” (Donderdag 11 juni 2020, 13:51), NOS