bussluis

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bus·sluis
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bussluis bussluizen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de bussluisv / m

  1. versperring in een weg die personenauto's tegenhoudt
     De gemeente Emmen en de club bekijken nog hoe de veiligheid in en om het stadion beter kan. Zo komen er meer camera's, een nieuw toegangssysteem en een grotere bussluis voor uitsupporters.[1]
     De bekerwedstrijd tussen Feyenoord en FC Oss wordt vanavond gespeeld zonder fans uit Oss. De Rotterdamse politie hield een bus met Osse supporters tegen, omdat die niet in de bussluis bij het stadion paste. De Osse fans zaten in een harmonicabus en die is te lang om de draai naar de sluis te maken.[2]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 25 maart 2023 Weblink bron “Horeca Emmen vreest uitsupporters bij FC Emmen” (Donderdag 19 juli 2018, 16:02), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 25 maart 2023 Weblink bron “Geen Brabantse fans bij Feyenoord-FC Oss: bussen waren te lang” (Donderdag 22 september 2016, 21:41), NOS