burleske

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bur·les·ke
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord burleske burlesken
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de burleskev / m

  1. (letterkunde) spottend bedoeld gedicht of toneelstuk
  2. (muziek) spottend bedoeld muziekstuk, bijv. in de vorm van een operette
Synoniemen

Bijvoeglijk naamwoord

burleske

  1. verbogen vorm van de stellende trap van burlesk

Gangbaarheid

69 % van de Nederlanders;
80 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen