burgerlijke

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bur·ger·lij·ke

Bijvoeglijk naamwoord

burgerlijke

  1. verbogen vorm van de stellende trap van burgerlijk
     Iedereen stond er met aandachtige toewijding bij en ze hadden allemaal het gevoel dat er een kroon op het werk werd gezet, alsof het succes van de burgerlijke familie op dat moment eindelijk werd gemanifesteerd.[1]
     Als we met drieduizend of meer waren, zoals op deze voorzomerse dag, deelde de politie de burgerlijke pers mee dat we met tweeduizend waren, wat de journalisten naar beneden toe afrondden zodat drieduizend mensen op straat er een paar honderd in de kolommen werden.[2]

Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Tussen rood en zwart” (2014), Uitgeverij Prometheus op Wikipedia, ISBN 9789044625691
  2. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “1968, De grote eeuw deel 7” (2017), Uitgeverij Prometheus op Wikipedia, ISBN 9789044633535