bureaukast
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bureaukast (hulp, bestand)
Woordafbreking
- bu·reau·kast
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bureau en kast
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bureaukast | bureaukasten |
verkleinwoord | bureaukastje | bureaukastjes |
Zelfstandig naamwoord
- een kastje dat onder aan het bureau vast zit
- Het bureaukastje had drie lades.
Gangbaarheid
- Het woord bureaukast staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.