bureauchef

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bu·reau·chef
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bureauchef bureauchefs
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de bureauchefm

  1. iemand die leiding geeft aan een kantoorvestiging
     De Duitse journalist die Turkije niet in mag, heeft een inreisverbod omdat hij twee jaar geleden illegaal de Turks-Syrische grens is overgestoken. De bureauchef van het ARD-kantoor in Istanbul noemt het "onze eigen fout".[1]
     De aanklager zei vanmiddag dat de bureauchef van de premier ook verdacht wordt van omkoping van twee parlementsleden. Die twee zouden tegen betaling hun zetel hebben opgegeven, zodat het belastingverhoging door het parlement kon worden aangenomen.[2]
     Yahoo News heeft zijn bureauchef in Washington ontslagen wegens een opmerking over de Republikeinse presidentskandiaat Mitt Romney. Voor een open microfoon zei de bureauchef, David Chalian, dat "Romney en zijn vrouw het geen enkel probleem vinden om een feestje te houden terwijl er zwarte mensen verdrinken".[3]
Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 1 februari 2023 Weblink bron “ARD-journalist had Turks inreisverbod” (Dinsdag 19 april 2016, 18:22), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 1 februari 2023 Weblink bron “Necas blijft ondanks schandaal aan” (Vrijdag 14 juni 2013, 15:09), NOS
  3. Bronlink geraadpleegd op 1 februari 2023 Weblink bron “Yahoo-chef ontslagen na blunder” (Donderdag 30 augustus 2012, 00:26), NOS