bunting

Uit WikiWoordenboek

Engels

Uitspraak
enkelvoud meervoud
bunting buntings

Zelfstandig naamwoord

bunting

  1. (zangvogels) (VK) gors, één van de Europese soorten van de Emberizidae
  2. (zangvogels) (VS) één van de soorten van het geslacht Passerina, behorende tot de Cardinalidae.
Opmerkingen
  • De Amerikaanse leden van de Emberizidae heten in de VS sparrows.


Indonesisch

Woordafbreking
  • bun·ting

Werkwoord

bunting

  1. zwanger (zijn)
Synoniemen