bungelende
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bungelende (hulp, bestand)
Woordafbreking
- bun·ge·len·de
Werkwoord
vervoeging van: | bungelen |
bungelende
- verbogen vorm van bungelend, het onvoltooid deelwoord van bungelen
Bijvoeglijk naamwoord
bungelende
- verbogen vorm van de stellende trap van bungelend