bulderaar
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bul·de·raar
Woordherkomst en -opbouw
Naamwoord van handeling van bulderen met het achtervoegsel -aar
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bulderaar | bulderaars |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de bulderaar m
- iemand die hard schreeuwt
- een sterke wind die door dichters als een persoon wordt aangeduid
Gangbaarheid
- Het woord bulderaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bulderaar" herkend door:
73 % | van de Nederlanders; |
77 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be