buksen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- buk·sen
Zelfstandig naamwoord
de buksen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord buks
Noors
Woordafbreking
- buk·sen
Zelfstandig naamwoord
buksen, m
- bepaalde vorm nominatief enkelvoud van bukse
de buksen mv
buksen, m