buitenspelpositie
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bui·ten·spel·po·si·tie
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van buitenspel en positie [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | buitenspelpositie | buitenspelposities |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de buitenspelpositie v
- (sport) positie waarbij een speler buitenspel staat
Gangbaarheid
- Het woord buitenspelpositie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.