buitenhoofdjes

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bui·ten·hoofd·jes

Zelfstandig naamwoord

de buitenhoofdjes mv

  1. verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord buitenhoofd
Overgenomen van "https://nl.wiktionary.org/w/index.php?title=buitenhoofdjes&oldid=2592976"