buigt recht
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: buigt recht (hulp, bestand)
- IPA: / ˈbœyxt ˈrɛxt / (2 lettergrepen)
Woordafbreking
- buigt recht
Woordherkomst en -opbouw
- uit buigt (werkwoord) en recht (bijvoeglijk naamwoord), hiertussen kunnen nog andere woorden staan
Werkwoord
vervoeging van |
---|
rechtbuigen |
buigt (…) recht
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rechtbuigen
- Jij buigt recht.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rechtbuigen
- Hij buigt recht.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van rechtbuigen
- Buigt recht!
Gangbaarheid
- Het woord buigt recht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.