buigt mee
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- buigt mee
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
meebuigen |
buigt mee
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meebuigen
- Jij buigt mee.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meebuigen
- Hij buigt mee.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van meebuigen
- Buigt mee!
Gangbaarheid
- Het woord buigt mee staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.