buigpunt

Uit WikiWoordenboek
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • buig·punt
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord buigpunt buigpunten
verkleinwoord buigpuntje buigpuntjes

Zelfstandig naamwoord

buigpunt o

  1. (natuurkunde) kracht waarbij een materiaal ombuigt
  2. (wiskunde) punt waarin de kromming van een lijn van teken verandert [1]
    • in een buigpunt verandert de vorm van de kromme van hol (concaaf) in bol (convex) of omgekeerd 
Vertalingen

Gangbaarheid

91 % van de Nederlanders;
92 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen