buigijzer

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

buigijzer
Uitspraak
Woordafbreking
  • buig·ij·zer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord buigijzer buigijzers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het buigijzero

  1. een stuk gereedschap om meestal rond materiaal in een bepaalde vorm te buigen. Afhankelijk van welk type materiaal er wordt gebruikt, is hier warmte voor nodig of kan dit koud gebeuren
    • Na het T-stuk kan het nodig zijn de buis nog een paar bochten te laten maken. Dat kan op twee manieren: met een buigijzer – te huur bij elke hobbyzaak – of met losse stukken pijp en knietjes. Buigen is niet moeilijk, wel moeilijk is buigen op de juiste plaats. [2] 
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

88 % van de Nederlanders;
86 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen