bufies
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bu·fies
Woordherkomst en -opbouw
- bufie met uitgang -s
Zelfstandig naamwoord
de bufies mv
- verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord buuf
- Wat gezellig! Florentina Limoen en Catharina de Hoogh. Bufies! [1]