brutomarge

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bru·to·mar·ge
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord brutomarge brutomarges
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de brutomargev / m

  1. (economie) (boekhouding) bedrijfsresultaat als percentage van de omzet
     Begin april bleek dat de gps-ontvanger, afkomstig van een derde partij, last had van een schrikkeljaarfout. TomTom verhielp het probleem door een software-update. Door dit probleem kwam de brutomarge niet uit op 55 procent maar op 49 procent, ten opzichte van 53 procent in dezelfde periode vorig jaar.[1]
     ASML rapporteerde vandaag een kwartaalomzet van 1,94 miljard euro, tegen 1,91 miljard euro in de voorgaande periode. Zelf liet het bedrijf in januari nog weten dat het rekende op een daling van de opbrengsten naar een niveau rond de 1,8 miljard euro. De brutomarge ging omhoog van 47,2 naar 47,6 procent. Onder de streep bleef 452 miljoen euro over, dat is wel een kleine 14 procent minder dan in het vierde kwartaal van 2016.[2]
     Het bedrijf haalde een nettowinst van 7,5 miljard dollar, waar een jaar eerder nog 8,2 miljard dollar werd geboekt. De omzet steeg van 36 miljard tot 37,5 miljard dollar. De brutomarge daalde van 40 procent een jaar geleden tot 37 procent. Apple rekent voor het lopende kwartaal op een marge van 36,5 tot 37,5 procent.[3]
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 10 november 2021 Weblink bron “Verlies voor TomTom door softwarefout” (25-04-2012), Tubantia
  2. Bronlink geraadpleegd op 10 november 2021 Weblink bron “Vraag naar chipmachines verrast ASML” (19-04-2017), Tubantia
  3. Bronlink geraadpleegd op 10 november 2021 Weblink bron “Verkooprecord iPhones, toch minder winst voor Apple” (28-10-2013), Tubantia