brukte

Uit WikiWoordenboek

Noors

Woordafbreking
  • bruk·te
Naar frequentie 952

Bijvoeglijk naamwoord

brukte, m / v / o

  1. bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van brukt

brukte, mv

  1. onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van brukt

Werkwoord

brukte

  1. verleden tijd van bruke


Nynorsk

Woordafbreking
  • bruk·te

Bijvoeglijk naamwoord

brukte, m /v / o

  1. bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van brukt

brukte, mv

  1. onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van brukt
Schrijfwijzen

Werkwoord

brukte

  1. verleden tijd van bruka
Schrijfwijzen

Werkwoord

brukte

  1. verleden tijd van bruke
Schrijfwijzen