bruisen
Uiterlijk
- brui·sen
- In de betekenis van ‘borrelen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1336 [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
bruisen |
bruiste |
gebruist |
zwak -t | volledig |
bruisen
- inergatief het overvloedig vormen van gasbelletjes in een vloeistof
- De frisdrank bruiste hevig toen hij er een menthos in gooide.
- Wie top wil bruisen, kan dat met Billecart-Salmon Brut Réserve Champagne doen (€ 80,00). Ik zie spannend wit in de vorm van Sylvaner Brüder Dr. Becker uit Rheinhessen ( € 39,00) en een keur aan spannend rood, met name uit Frankrijk, Spanje en Italië.[2]
- (figuurlijk) vol leven zijn
- Brussel was toen nog een bruisende stad.
- 75 Jaar wederopbouw zou een feest moeten zijn. De hele stad zou ervan moeten bruisen en borrelen. In plaats daarvan kregen we kunst waar niemand op zit te wachten. En dan die omvallende betonnen blokken waarmee de manifestatie werd ingeluid! Welke symboliek is dat in relatie tot het bombardement?[3]
- ▸ Terwijl het om hen heen bruiste van het leven waren ze beide keren niemand tegen het lijf gelopen. De gang was dertig meter lang.[4]
1. het overvloedig vormen van gasbelletjes in een vloeistof
- Het woord bruisen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bruisen" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[5] |
- ↑ "bruisen" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Harold Hamersma NRC 7 februari 2015
- ↑ NRC 25 maart 2016
- ↑ “All-inclusive” (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht , ISBN 90-229-9182-2
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Zwak werkwoord (-t) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Inergatief werkwoord in het Nederlands
- Figuurlijk in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 98 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %