bruinvleugelroofvlieg
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- bruin·vleu·gel·roof·vlieg
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bruinvleugel zn en roofvlieg zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bruinvleugelroofvlieg | bruinvleugelroofvliegen |
verkleinwoord | bruinvleugelroofvliegje | bruinvleugelroofvliegjes |
Zelfstandig naamwoord
de bruinvleugelroofvlieg v / m
- (tweevleugeligen) Pamponerus germanicus een vliegensoort uit de familie van de roofvliegen (Asilidae). De wetenschappelijke naam van de soort is voor het eerst geldig gepubliceerd in 1758 door Linnaeus. Lijkt een voorkeur te hebben voor bossen in de duinen en bij stuifzanden. imagines vliegen van mei tot juli. De larven leven in rottend plantaardig materiaal
Hyperoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'bruinvleugelroofvlieg' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.