bruintje

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bruin·tje

Zelfstandig naamwoord

het bruintjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord bruin

Gangbaarheid

95 % van de Nederlanders;
93 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be