bruinkopgors

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • bruin·kop·gors
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bruinkopgors bruinkopgorzen
verkleinwoord bruinkopgorsje bruinkopgorsjes

Zelfstandig naamwoord

de bruinkopgorsv / m

  1. (zangvogels) Emberiza bruniceps op Wikispecies een als dwaalgast in West-Europa voorkomend lid van de gorzenfamilie. In Nederland en België worden ook weleens waarnemingen gedaan. Omdat de soort door haar veelkleurig uiterlijk en aangename zang een populaire kooivogel is ligt het voor de hand om aan te nemen dat het hier veelal om ontsnapte exemplaren handelt
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie