bruine winterjuffer
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- brui·ne win·ter·juf·fer
Woordherkomst en -opbouw
- verbinding van bruine en winterjuffer
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bruine winterjuffer | bruine winterjuffers |
verkleinwoord | bruin winterjuffertje | bruine winterjuffertjes |
Zelfstandig naamwoord
de bruine winterjuffer v
- (libellen) Sympecma fusca een kleine Europese pantserjuffer, die vrij algemeen in België en in Nederland voorkomt. De winterjuffers (er is ook een noordse winterjuffer) zijn de enige libellen die als volwassen dier de winter doorkomen, en daardoor ook reeds vroeg in het voorjaar rondvliegen. De wetenschappelijke naam van de soort werd in 1820 als Agrion fusca gepubliceerd door Pièrre Léonard Vander Linden
Hyperoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'bruine winterjuffer' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.