bruiloftsartikelen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • brui·lofts·ar·ti·ke·len
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

de bruiloftsartikelenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord bruiloftsartikel
     Bruiloftsartikelen Mutsen, confetti, slingers, kunstbloemen, bruidszakjes, linten, goud- en zilverkoord, vlaggen, serpentine, servetten, damasttafelbedekking, tafellakens, crêpepapier, schertsartikelen enz.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 6 maart 2020 Weblink bron
    N. Paddenburg
    Advertentie in: Leidsch Dagblad op Wikipedia (23 maart 1940), p. 16 kol. 1