brugpensioen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • brug·pen·si·oen
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord brugpensioen brugpensioenen
verkleinwoord brugpensioentje brugpensioentjes

Zelfstandig naamwoord

het brugpensioeno

  1. (België) een pensioen dat ingaat voordat de pensioengerechtigde leeftijd is bereikt
    • De mogelijkheid in België zo vroeg uit te treden bestaat dankzij constructies als het ‘brugpensioen’, een erfenis uit de jaren 70 en 80, toen de mijnbouw- en staalindustrie instortte. Om de groeiende werkloosheid onder jongeren het hoofd te bieden kregen oudere werknemers de mogelijkheid tot vervroegd pensioen.[1] 
Synoniemen

Gangbaarheid

70 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Tijn Sadée NRC 11 maart 2015
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be