brugdeel

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • brug·deel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord brugdeel brugdelen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het brugdeelo

  1. (bouwkunde) een van de segmenten van een brug
     De kapotte bruggedeelten van Kornwerderzand op de Afsluitdijk zijn gerepareerd en er kan weer gewoon op worden gereden, meldt Rijkswaterstaat. Het verkeer had dit weekeinde last van de problemen met de Lorentzbrug. De dijk was uren afgesloten en daarna kon er alleen over één brugdeel worden gereden.[1]
     Uit nadere inspectie bleek dat de slagbomen vastzaten. Ook is er schade ontstaan aan het betonnen brugdeel in de rijbaan richting Gouda. De schade is zo groot dat geen van de drie brugdelen op dit moment gebruikt kan worden. Rijkswaterstaat probeert vanavond de brugdelen te vergrendelen. Naar verwachting zijn deze werkzaamheden rond middernacht klaar, waarna het wegverkeer de brug weer kan gebruiken.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 17 november 2022 Weblink bron “Bruggen op Afsluitdijk gerepareerd” (Dinsdag 2 februari 2016, 20:31), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 17 november 2022 Weblink bron “Giessenbrug (A20) tot middernacht dicht” (Dinsdag 3 mei 2016, 21:02), NOS