broodplank
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: broodplank (hulp, bestand)
Woordafbreking
- brood·plank
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van brood en plank [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | broodplank | broodplanken |
verkleinwoord | broodplankje | broodplankjes |
Zelfstandig naamwoord
- plank waarop men brood kan snijden
- Ik gebruikte de ronde houten broodplank ook als bord om mijn lunch te eten.
- plank om brood op te bewaren
- De omslag in het brooddenken had zichtbare gevolgen. Hadden bakkerswinkels nog trots de vermelding 'Eerste, mechanische broodfabriek' in gladde, glimmende letters op de gevel staan, al spoedig werden die vervangen door archaïsche broodplanken waarop in gebrandschilderde letters namen als 'Het Backhuys' prijkten. De 'warme' en 'echte' bakkers deden hun intrede. Een aanduiding die niet wil zeggen dat er altijd fantastisch brood wordt gebakken, maar veelal toch beter dan het in ongenade gevallen fabrieksbrood. Dat kreeg overigens ook snel een ambachtelijke uitstraling aangemeten. [2]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord broodplank staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "broodplank" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC Joep Habets 2 februari 2002
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be