broodjeswinkel
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- brood·jes·win·kel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | broodjeswinkel | broodjeswinkels |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de broodjeswinkel m
- horecagelegenheid waar men belegde broodjes kan kopen en verorberen
- ▸ Salademaker Johma, broodjeswinkel Subway, Bakker Bart, NH Hotels en broodbelegger Qizini stappen over op vlees van varkens met een keurmerk. Vanaf volgend jaar verkopen de ketens vlees van varkens met één ster op het Beter Leven-keurmerk.[1]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord broodjeswinkel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Ketens beloven beter varkensleven” (Dinsdag 22 april 2014, 06:00), NOS