bronst

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  bronst    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• bronst

Woordherkomst en -opbouw

• Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘paartijd’ voor het eerst aangetroffen in 1599

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	bronst	bronsten
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

de bronst v / m

1. (dierkunde) (seksualiteit) paardrift van dieren

Synoniemen

• geslachtsdrift, oestrus, paardrift, paringsdrang, paringsdrift, voortplantingsdrang, voortplantingsdrift

Afgeleide begrippen

• bronstig, bronsttijd, bronsttocht

Vertalingen

    paartijd   

Duits: Brunst (de) v Frans: rut (fr) m

Engels: rut (en), heat (en), sexual desire (en)

Werkwoord

vervoeging van
bronzen

bronst

1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bronzen
   

   • Jij bronst. 

2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bronzen
   

   • Hij bronst. 

3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van bronzen
   

   • Bronst! 

Bijvoeglijk naamwoord

bronst

1. onverbogen vorm van de overtreffende trap van brons

Gangbaarheid

• Het woord bronst staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bronst" herkend door:

88 %	van de Nederlanders;
77 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.