bromfietshelm

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

bromfietshelm
Uitspraak
Woordafbreking
  • brom·fiets·helm
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bromfietshelm bromfietshelmen
verkleinwoord bromfietshelmpje bromfietshelmpjes

Zelfstandig naamwoord

de bromfietshelmm

  1. (verkeer) (hoofddeksel) een stevige helm die een bromfietser moet dragen tijdens het rijden om het hoofd te beschermen bij een val
     Hij had telkens zo'n bromfietshelm op, met de klep voor zijn gezicht.[1]
     Het ministerie van Infrastructuur en Milieu raadt aan in de tussentijd een bromfietshelm te dragen. Maar volgens de branche is dat evenmin een optie. "Die ademen niet. Je moet flink trappen dus dat is niet te doen", zegt Tom Huyskens van Bovag. Die branchevereniging van onder meer rijwielhandels heeft ervoor gezorgd dat niet de zware, zwetende brommerhelm verplicht werd, maar een nieuw type helm.[2]
Hyperoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. “Advocaat van de Hanen” (1990), De Bezige Bij op Wikipedia, ISBN 9789023479925
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 februari 2022 Weblink bron “Nieuwe regels snelle e-bikes onhaalbaar” (21-11-2016), NOS