brokken
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- brok·ken
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
brokken |
brokte |
gebrokt |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
brokken
- (voeding) vast voedsel in brokken verdelen om het aan vloeibaar voedsel toe te voegen
- Zij brokt een beschuitje in haar soep.
Afgeleide begrippen
Zelfstandig naamwoord
brokken mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord brok
Gangbaarheid
- Het woord brokken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "brokken" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Zwak werkwoord (-t) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Voeding in het Nederlands
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 98 %