Naar inhoud springen

broertje

Uit WikiWoordenboek
  • broer·tje

hetbroertjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord broer
     De blik die Max hierop naar zijn broertje zond sprak boekdelen.[1]
     Maar zou het kunnen dat ik haar te veel bescherm? Dat ik mijn eigen schuldgevoel over mijn afwezigheid en het feit dat we haar geen zusje of broertje hebben kunnen geven soms probeer weg te werken met toegeeflijkheid? Het helpt ook niet dat Gijs er al helemaal niet goed in is.[2]
     Mijn vader was te druk en mijn moeder had haar handen al vol aan mijn obstinate broertje.[2]
     Net als veel andere ouders gunde ik mijn dochter een broertje of zusje, een speelkameraad en een bondgenoot.[3]
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[4]
  1. All-inclusive” op Wikipedia (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht op Wikipedia, ISBN 90-229-9182-2
  2. 1 2
    Ronald Giphart e.a.
    “Een familie en een Griekse god” (2023), The House of Books, ISBN 9789044366471
  3. Lynn Berger
    “De tweede: over het zijn en krijgen van een tweede kind” (2021), De Correspondent, ISBN 9789082821697
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be