brocanterie

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

2. Een markt met brocanterie.
Uitspraak
Woordafbreking
  • bro·can·te·rie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord brocanterie brocanterieën
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de brocanteriev

  1. winkel waar semi-antieke zaken worden verkocht
  2. de semi-antieke zaken die een handelaar verkoopt
    • Menigeen geniet even lekker bij de houtkachel met een kop koffie of chocolademelk of een glas Glühwein. Of snuffelt tussen de brocanterie-spullen in een speciale kraam. Maar de echte attractie vormt toch wel de core-business van De Keerse: het kaarsen maken. [2] 
    • Zondag komen de standhouders vanuit heel Nederland naar Haaksbergen om hun waardevolle brocanterie te verkopen. [3] 
Synoniemen

Gangbaarheid

81 % van de Nederlanders;
89 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen