brievenrubriek

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  brievenrubriek    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• brie·ven·ru·briek

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  brief zn  en  rubriek zn  met het invoegsel -en- 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	brievenrubriek	brievenrubrieken
verkleinwoord	brievenrubriekje	brievenrubriekjes

Zelfstandig naamwoord

de brievenrubriek v

1. (media) deel van een krant of tijdschrift waar brieven van lezers staan afgedrukt

   ▸ Ook Simon las het weekblad vroeger. "Mijn moeder had de leesmap, die kwam elke dinsdag, en dan las ik de Donald Duck. Ik heb ook eens een brief geschreven. Maar ik kreeg antwoord via de post, ik stond niet in de brievenrubriek." Maar uiteindelijk dus wel op de cover. "We zijn goed terechtgekomen ja."

   ▸ Na veertig jaar is er een einde gekomen aan Achterwerk, de brievenrubriek voor jongeren achter op de VPRO Gids. De omroep heeft besloten ermee te stoppen omdat er niet genoeg brieven meer binnenkomen.

Gangbaarheid

• Het woord brievenrubriek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.