brieft

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • brieft

Werkwoord

vervoeging van
briefen

brieft

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van briefen
    • Jij brieft. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van briefen
    • Hij brieft. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van briefen
    • Brieft!