brengt thuis
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: brengt thuis (hulp, bestand)
- IPA: / ˈbrɛŋt ˈtœys / (2 lettergrepen)
Woordafbreking
- brengt thuis
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
thuisbrengen |
brengt (…) thuis
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van thuisbrengen
- Jij brengt thuis.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van thuisbrengen
- Hij brengt thuis.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van thuisbrengen
- Brengt thuis!
Gangbaarheid
- Het woord brengt thuis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.