brengt

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • brengt

Werkwoord

vervoeging van
brengen

brengt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van brengen
    • Jij brengt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van brengen
    • Hij brengt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van brengen
    • Brengt!