brauche
Pennsylvania-Duits
Uitspraak
Woordafbreking
- brau·che
Woordherkomst en -opbouw
vervoeging tegenwoordige tijd, aantonende wijs, bedrijvende vorm hele vervoeging zie brauche/vervoeging | ||||
---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs |
brauche | |||
verleden tijd |
(er) hot gebraucht | |||
voltooid deelwoord |
gebraucht | |||
enkelvoud | meervoud | |||
1e persoon | ich | brauch | mir / mer | brauche |
2e persoon | du | brauchscht | dihr / der dihr / der dihr / der ihr / er ihr / er nihr / ner |
braucht brauche brauchet braucht brauche brauche |
3e persoon | er | braucht | sie | brauche |
sie | braucht | |||
es | braucht |
Werkwoord
brauche
- overgankelijk nodig hebben
- overgankelijk beraadslagen
- modaal werkwoord willen
Schrijfwijzen
Hyponiemen
- [1]: fartbrauche
- [1]: fattbrauche
- [1]: missbrauche
- [1]: uffbrauche
- [1]: verbrauche
- [1]: weckbrauche
Afgeleide begrippen
- [2]: Braucherei
Opmerkingen
Categorieën:
- Woorden in het Pennsylvania-Duits
- Woorden in het Pennsylvania-Duits van lengte 7
- Woorden in het Pennsylvania-Duits met audioweergave
- Woorden in het Pennsylvania-Duits met IPA-weergave
- Pennsylvania-Duitse woorden naar herkomst uit het Duits
- Niet-samengesteld werkwoord in het Pennsylvania-Duits
- Zwak werkwoord in het Pennsylvania-Duits
- Werkwoord in het Pennsylvania-Duits
- Overgankelijk werkwoord in het Pennsylvania-Duits
- Modaal werkwoord in het Pennsylvania-Duits