brandtrappen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • brand·trap·pen

Zelfstandig naamwoord

de brandtrappenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord brandtrap
     Af en toe wierp hij een blik op Haralds slaapkamerraam, waarachter het licht de hele tijd brandde. Vanaf daar liepen de brandtrappen zigzaggend naar beneden.[1]

Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Tussen rood en zwart” (2014), Uitgeverij Prometheus op Wikipedia, ISBN 9789044625691