bracht na
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bracht na
Werkwoord
vervoeging van |
---|
nabrengen |
bracht na
- enkelvoud verleden tijd van nabrengen
- Ik bracht na.
- Jij bracht na.
- Hij, zij, het bracht na.
- Ik bracht na.
vervoeging van |
---|
nabrengen |
bracht na