braakland

Uit WikiWoordenboek


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • braak·land
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord braakland braaklanden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

braakland [1]

  1. land dat met ongebruikt laat; braakliggende akker
    • Vier dagen lang alternatieve kunst met als centrale thema duurzaamheid, mobiliteit en recycling. Braakland (ruim 18.000 m2) wordt kunstland. Terwijl een dikke kilometer verderop kunstliefhebbers massaal langs de ‘Kunst in het Volkspark’ schuifelen, is het rustig op de stadscamping. [2] 
    • De zone tussen het sociaal huis en de school had een gedeelde groene ruimte kunnen zijn, maar ze ligt er nu bij als een troosteloos braakland. [3] 
Vertalingen

Gangbaarheid

76 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen