brány
Uiterlijk
- IPA: /braːnɪ/
- brá·ny
- (landbouw) eg; een landbouw- of tuinbouwwerktuig dat gebruikt wordt voor het zaaiklaar maken van de grond door het maken van kleine geultjes
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | – | brány |
genitief | – | bran |
datief | – | branám / bránám |
accusatief | – | brány |
vocatief | – | brány |
locatief | – | branách / bránách |
instrumentalis | – | branami / bránami |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Akademický slovník současné češtiny - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Slovník spisovného jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Příruční slovník jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
brány
- genitief enkelvoud van brána
- nominatief meervoud van brána
- accusatief meervoud van brána
- vocatief meervoud van brána
brány
Categorieën:
- Woorden in het Tsjechisch
- Woorden in het Tsjechisch met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Tsjechisch
- Landbouw in het Tsjechisch
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Tsjechisch
- Werkwoord in het Tsjechisch
- Werkwoordsvorm in het Tsjechisch
- Vrouwelijk zelfstandig naamwoord in het Tsjechisch
- Alleen meervoud in het Tsjechisch