bouwwerfjes
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bouwwerfjes (hulp, bestand)
- IPA: / ˈbɑuwɛrəfjəs / (3 of 4 lettergrepen)
Woordafbreking
- bouw·werf·jes
Woordherkomst en -opbouw
- bouwwerfje met uitgang -s
Zelfstandig naamwoord
de bouwwerfjes mv
- verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord bouwwerf